wat eten ze

in Suriname werken bijna alle slaven op de plantages. Ze eten bijna elke dag het zelfde. Het reglement van 1759 noemt als belangrijkste kost gewassen die op de plantage zelf worden verbouwd. Dat zijn wortelknollen en groenten die nu ook op de markt in Amsterdam te koop zijn, zoals  bakbananen en cassave. En moet de eigenaar af en toe iets extra’s uitdelen, bijvoorbeeld gedroogde vis (‘bakkeljauw’). Dat is niet niks!

wat maakten ze zelf

Ondanks de weinige uitdelingen komen slaven weinig in opstand omdat ze te weinig te eten krijgen. Dat hebben ze vooral aan zichzelf te danken. Het grootste deel van het voedsel dat de slaven eten, verbouwen ze zelf. Dat doen ze deels op stukken land van de plantage die min of meer onder controle van de planter staan. waar zij andere gewassen verbouwen dan op de plantage, zoals mais en zoete aardappelen. Sommigen zullen ook wat pluimvee hebben, voor de eieren en soms een keertje het vlees.